De herfst is het perfecte seizoen om een bezoekje te brengen aan de Moezel. De Duitse wijnregio staat bekend om haar rivierlandschappen, wijncultuur en natuurbeleving. Wanneer de bomen hun warmste kleurenpalet tonen en de eerste kerstverlichting ophangt, komt de Moezel helemaal tot z’n recht. Er valt vanalles te beleven: fietstochten, wandelingen, wijntours, boottochten, slenteren door pittoreske dorpjes … We bezochten de streek met onze camper en dat bleek de ideale manier om op ontdekking te gaan. Kortom: voor ons heeft de Moezel ten onrechte een saai, ouderwets imago. Kom je mee op onze 3-daagse langs het water?
In dit artikel:
- Dit is typisch Moezel: enkele wist-je-datjes
- Naar de Moezel met de camper
- Dag 1: op ontdekking in Traben-Trarbach
- Dag 2: e-bikes en ruïnes
- Dag 3: wandelen langs de Moselsteig-Seitensprung
- Dag 4: blitsbezoek aan Burg Eltz
Dit is typisch Moezel: enkele wist-je-datjes
De Moezel is een 544 kilometer lange rivier die ontspringt in de Vogezen en uitmondt in de Rijn. Ongeveer de helft van de rivier ligt in Duitsland. Typisch voor het landschap zijn de vele kronkels en bochten die het water door het land heeft gemaakt. Daarom wordt de regio ook de Moezelvallei genoemd.
De oevers worden omringd door terrasvormige wijngaarden op steile heuvels. Je vindt hier vooral witte Riesling maar ook andere wijnsoorten. Wijnbouw typeert deze streek namelijk al meer dan 2000 jaar. Een winetasting kan dus niet ontbreken aan een trip naar de Moezel.
Verschillende romantische rivierdorpjes liggen als confetti verspreid langs het water. Hier en daar torent een burcht of kasteel uit boven de kleurrijke vakwerkhuizen. Denk aan stadjes als Traben-Trarbach, Bernkastel-Kues, Trier en Cochem of gezellige dorpjes als Wolf en Kröv. Elke plek ziet trouwens Hollywood-gewijs z’n naam in witte, uitgesneden letters tussen de wijnranken pronken. Handig als je on the road bent, zo weet je zelfs zonder gps waar je bent.
Wandelaars kunnen de benen van onder hun lijf wandelen op de Moselsteig: een trail van 375 km en 24 etappes die je meenemeent langs de mooiste plekjes van het rivierlandschap. Verwacht je aan goede bewegwijzering, mooi onderhouden paden, kuitenbijters, panoramische uitzichten, magische bossen en feeërieke rotsen die doen denken aan het Mullerthal in Luxemburg.
Naar de Moezel met de camper
Idyllische campings langs het water? Reken maar van yes! Mosel Camping heeft 3 verschillende sites in Traben-Trarbach, Wolf en Alf. In de herfst is het er niet zo druk en kan je met je camper aan de oevers van de rivier staan. ‘s Ochtends word je dan wakker met een prachtig zicht. Ah, als dat geen vakantie is! De boten die langsvaren maken soms wel wat lawaai, maar dat nemen we er graag bij als deel van de ervaring.
Wij verbleven 2 nachten op de camping in Wolf. Er is één algemeen hoofdgebouw met een hygiënische sanitaire blok en een receptie met winkeltje. Bestel er vers brood en koffiekoeken of geniet van een koffietje en snack op het terras.
Dag 1: op ontdekking in Traben-Trarbach
We vertrekken ‘s ochtends in Leuven naar de camping in Wolf, een rit van zo’n 3 uur. Zodra we daar geïnstalleerd zijn, vertrekken we naar Traben-Trarbach. De stad is opgesplitst in Traben en Trarbach. Twee delen, elk aan de andere kant van het water. De plek valt vooral op door de art-nouveau-architectuur. Maar ook ondergronds worden verhalen verteld. Vroeger was deze stad namelijk een epicentrum van wijnhandel. Daardoor vind je onder het grootste deel van de stad kleine en grote wijnkelders. Wie fan is van wijncultuur kan ook een gegidste tour boeken.
Leer de stad en haar highlights kennen met Lauschtour, een gratis audiotour. Download de tour op voorhand via deze link of scan de QR-code aan het toeristisch infopunt. Wij kozen ervoor om zelf te verdwalen door de kleine straatjes. Onze tips? Drink een koffie bij Winzercafe Ehses op de marktplaats en klim omhoog naar Weingut Trossen voor een panoramisch zicht op de stad.
Lekker eten doen we in restaurant Alte Zunfstscheune. Het restaurant ligt in het centrum van Traben-Trarbach en het interieur weerspiegelt in alle facetten waar de regio voor staat. Je eet namelijk in de ondergrondse wijnkelders die opgevuld zijn met allerlei prullaria die typisch zijn voor de streek. Een deel van het restaurant wordt in de winter omgetoverd tot een kerstmarkt, net zoals de meeste wijnkelders in de stad trouwens. Op de menukaart vind je vooral lokale gerechten. Probeer zeker de gevulde aardappelen (Kartoffeln) en ook een glaasje Federweisser: een troebele, gefermenteerde wijn. Afhankelijk van de druivenoogst beschikbaar van begin september tot en met eind oktober.
Dag 2: e-bikes en ruïnes
De regio leent zich perfect uit voor fietstourtjes langs het water. Je kan e-bikes huren bij Tourist-Info Kröv. Vervolgens kies je zelf welke tour je wil doen. Op deze website vind je enkele leuke suggesties.
Wij hadden helaas pech met het weer en kozen daarom voor een boottocht. Een ticket kost ongeveer 25 euro per persoon en brengt je van Traben-Trarbach naar Bernkastel-Kues en terug. The downside: de boot vaart heel traag. Dat maakt de heenreis interessant, maar de terugreis wat minder. Je bent dus gemakkelijk een paar uur kwijt met deze activiteit. The upside: de boot werkt volgens het hop on hop off-principe. Daardoor kan je verschillende stops maken. Bij Bernkastel-Kues moet je sowieso afstappen en wachten op de boot terug. Gelukkig valt daar veel te beleven, kan je de benen strekken en intussen genieten van een kleurrijke, sprookjesachtige setting.
Omdat we na de boottocht nog vol energie zaten, besloten we om nog een bezoekje te brengen aan de ruïne van Grevenburg. Dit overblijfsel van een oude burcht werd in 1350 hoog op een heuvel gebouwd. In 1734 werd de burcht door de Fransen verwoest. Toch wappert de Duitse vlag toch nog steeds fier op het ritme van de wind. Parkeren doe je aan de Parkplatz bij Brückenstrasse. Van daaruit loopt het gemarkeerde pad steil omhoog. Wie tempo maakt, staat op een halfuurtje boven.
Dineren doen we opnieuw in een lokaal restaurant. In Kröv brengen we een bezoekje aan Hexenscheune waar we heerlijke flammkuchen eten en smaakvolle wijn proeven. Het restaurant heeft z’n naam trouwens niet gestolen, want het hangt vol met gekke heksendecoratie waar de gastvrouw héél fier op is. Ze vertelde ons dat ze alle hekjes verzamelde doorheen de jaren. Net deze ontmoetingen verklaren waarom we graag lokaal gaan eten.
Dag 3: wandelen langs de Moselsteig-Seitensprung
Vandaag doen we wat we het liefste doen: wandelen! We gingen op zoek naar een wandeling met zoveel mogelijk groen en zo weinig mogelijk mensen, drukte en gebouwen. Zo kwamen we uit bij deze wandeling van 16 kilometer en 670 hoogtemeters.
De wandeling start in het centrum van Traben-Trarbach. Eerst klim je door het dorp omhoog naar prachtige wijngaarden. Daarna duik je verder de bossen in richting Kautenbach en Bernkastel-Kues. ‘What goes up, must come down’ is een beetje het motto van deze wandeling. De ene heuvel volgt de andere op, maar onze kuiten zijn blij met de beweging. Naar het einde toe kom je langs Maria Zill: een prachtig uitzichtpunt over de vallei. Deze herfstwandeling krijgt van ons 10 op 10! Nog meer andere suggestieroutes vind je hier.
De dag sluiten we af bij Vinothek-restaurant Kawajoli Kinheim. We kiezen dus opnieuw voor lokale keuken en hebben weer een fijne babbel met de eigenaars. De gastvrouw komt uit Nederland en verhuisde voor de liefde naar Duitsland. Samen met haar man deden ze tot 2021 aan wijnbouw. Nu focussen ze vooral op de verkoop en degustatie van wijn, hun aanliggende vakantiewoning en het restaurant (restaurant enkel op vrijdag, zaterdag en zondag).
Dag 4: blitsbezoek aan Burg Eltz
Moet je niet meteen naar huis? Breng dan een bezoekje aan Burg Eltz in Wierschem. Het is met gemak de mooiste burcht van Duitsland en ligt op amper 1 uur en 15 minuten rijden van Traben-Trarbach. De burcht omschrijft zichzelf als een ‘stenen sprookje’ en dat is het ook. Het kasteel werd in 1157 gebouwd op een 80 meter hoge rots in het midden van een bos. Sindsdien heeft het alle oorlogen zonder grote schade overleefd. Je kan het kasteel tegen betaling langs de binnenkant bezoeken, maar de prachtige buitenkant is naar onze mening veel interessanter. Op de website vind je verschillende wandelroutes rond het kasteel. De meeste populaire route is Traumpfad: een rondje van 12.6 km. Zelf niet getest maar door menig ander wandelaar wel goedgekeurd.
Tip: ga zo vroeg mogelijk. Wij waren er pas tegen de middag en het was er veel te druk. Daardoor ging de magie van de plek verloren. Zorg dus dat je vóór 8 uur geparkeerd bent. Vervolgens is het nog een halfuurtje wandelen vooraleer je de burcht bereikt (er is ook een shuttle voor wie moeilijk te been is).
(c) Ben Verlooy – benverlooy.com
Wat zijn jouw lievelingsplekjes of favoriete wandelingen in de Moezel? Laat het weten in de comments!