Valle d’Aosta: wandelen in het decor van De acht bergen

In deze vallei, aan de voet van de beroemde vierduizenders, verzink je in vergezichten. Vind je verbinding en verlies je evenwicht. Verdwijn je even, in ruil voor een simpel leven. Verleg je grenzen en voel je je vrij. Vertrek je vol verwondering. Zeg je nooit vaarwel, maar tot de volgende. 

Pin deze maar vast: Valle d’Aosta. Lees hier wat je als wandelaar moet weten over deze Italiaanse Alpenvallei. Vai!

Navigeer door dit artikel

    1. Vallei in de schaduw van vierduizenders 

    Valle d’Aosta, een verborgen groene vallei in het noordwesten van Italië, beschermd door I Giganti delle Alpi, ofwel de reuzen van de Alpen. Vier imposante bergtoppen, hoger dan vierduizend meter, en terecht beroemd: de Mont Blanc (4807 m), de Monte Rosa (4634 m) de Matterhorn (4478 m) en de Gran Paradiso (4061 m). Ze vormen niet enkel je kompas, maar ook een waanzinnig mooi decor voor een avontuur in deze kleine Alpenregio. Een decor dat je vast niet onbekend is, want deze berglandschappen schetste je misschien al in je hoofd tijdens het lezen van de bestseller van Paolo Cognetti of zag je in de verfilming ervan: De acht bergen. Een traag maar krachtig verhaal over de vriendschap tussen een stads- en een bergjongen. Eentje dat je doet mijmeren en je vooral op je must-read list moet zetten. Dit boek is perfect gezelschap voor je ochtenden in de berghut of na een stevige hike lang uitgerekt in het gras. Hier een fragmentje en je zal begrijpen waarom:

    “Als het punt waarin je je in een rivier onderdompelt het heden is, dacht ik, dan is het verleden het water dat langs je heen is gespoeld, dat verder stroomafwaarts gaat, waar er niets meer voor je is, terwijl de toekomst het water is dat van boven komt en dat gevaren en verrassingen met zich meebrengt. Het verleden is dalwaarts, de toekomst bergopwaarts.”

    (fragment uit De acht bergen, Paolo Cognetti)

    Paolo Cognetti is een schrijver om te onthouden. Al heel zijn leven pendelt hij tussen Milaan en de bergen, en wanneer hij schrijft aan een nieuwe roman trekt hij zich terug in zijn berghut in Brusson, in Valle d’Aosta. Zijn verhalen spelen zich dan ook bijna allemaal af in deze vallei of elders in de Italiaanse Alpen. De manier waarop hij de landschappen beschrijft, is de reden om zijn boeken te gaan lezen. 

    1.1 Valle d’Aosta in het kort

    Wie op zoek is naar een simpel Italiaans leven in de bergen: deze vallei lijkt het écht allemaal te hebben. Oneindig veel en goed onderhouden wandelpaden in zowel hoog- als laaggebergte, pittoreske bergdorpjes en kastelen, rifugio’s en bivacco’s, meren en watervallen, heerlijke wijnen en andere lokale producten… en keiveel alpenbloemen! 

    Plan je je trip in de lente- en zomermaanden, dan fleuren de almen en bergflanken helemaal op door de vele kleurrijke bloemetjes én geniet je bovendien van aangename temperaturen om erop uit te trekken. Wie wat hoogtemeters kan verdragen, wordt zelfs beloond met Edelweissjes! Hét symbool van de Alpen, maar best zeldzaam om te ontdekken dus pluk ze nooit! (Net zoals alle andere bloemen.)

    “Al 24 jaar zie ik de Edelweiss op sleutelhangers, servetten, borduursels, mokken, postkaartjes, you name it. En nu spot ik ze eindelijk waar ze thuishoren! Hier, in al hun glorie, langs het pad. Ze bestaan dus écht! Het is onze medaille voor deze zware klim.”

    – Robbe

    De Aostavallei kent een gemoedelijk sfeertje. Geen koppen lopen of super toeristisch gedoe. Als outdoor liefhebber vind je hier alles waar je naar op zoek bent en niets meer: sfeervolle hutten met lekkere kost, een uitgebreid trailnetwerk (ook voor mountainbikers!), enkele kabelliften, toffe outdoorwinkels, en… het geklingel van de koebellen. Oh ja, en ze spreken hier Italiaans én Frans, dubbel feest!

    Hoe zit het qua bereikbaarheid? Aosta ligt op 1 uur rijden van Turijn en 2 uur van Milaan, goed te doen dus als je naar één van deze twee steden het vliegtuig neemt. Je kan ook met de auto reizen en dan is het een rit van ongeveer 10 uur vanuit Brussel, die zowel via Frankrijk als Zwitserland kan. Reis je via Frankrijk dan moet je de Mont Blanc Tunnel door die je van Chamonix naar Courmayeur brengt. Let op: dit is de duurste route omwille van de Mont Blanc Tunnel en de vele tolpoortjes in Frankrijk. We reden met George, onze 4×4 camper (klasse 2), en betaalden voor een retourticket €90. Hadden we de St Bernard Tunnel in Zwitserland genomen, dan had het ons €50 gekost. Mispak je dus niet! 

    1.2 Intermezzo: Alpenflora bingo

    Alpenbloemen zijn zo fascinerend en wekken serieus wat gelukshormonen op. Elk nieuw ontdekt bloempje verdiende een foto. En toen dacht ik… we maken er een bingo van! Wat dacht je van een spelletje Alpenflora bingo tijdens je volgende avontuur in de bergen? Neem een screenshot!

    Van deze alpenbloemen word je instant gelukkig:

    2. Wandelen in Valle d’Aosta

    2.1 Dear hikers: zeg deze 5 beloftes luidop

    Maak deze beloftes aan jezelf en aan de natuur. 

    1. Ik volg de geel-zwarte wegmarkeringen, nooit de wit-rode (lees verder voor meer duiding).
    2. Ik bivak boven de 2500 m hoogte en tijdens de stilte-uren (19u. – 9u.) 
    3. Ik check voor mijn vertrek het lokale weerbericht.
    4. Ik blijf op de voorziene paden, shortcuts beschadigen de natuur.
    5. Ik pluk geen bloemen.

    2.2 De wegmarkeringen: T, E, EE, EEA

    De wit-rode wegmarkeringen (gekend van de GR-routes) duiden in Valle d’Aosta niet de wandelpaden aan, wel bakenen ze bospercelen of privéterreinen af. In deze alpenregio volg je dus steeds de gele bordjes of symbolen met het nummer van de trail in. De routes zijn hier ook gecategoriseerd volgens 4 moeilijkheidsgraden, wat het inschatten van de inspanning makkelijker maakt. 

    Zo lees je de bordjes: 

    T = Tourist. Deze paden zijn heel laagdrempelig omdat ze kort en makkelijk begaanbaar zijn. Verloren lopen is haast onmogelijk.

    E = Excursion. Iets meer avontuurlijke paden waarbij een goede conditie vereist is. Deze routes zijn nog steeds goed aangeduid en niet technisch.  

    EE = Expert Excursion. Voor de ervaren wandelaar die uitdaging wil. Reken op een dagtocht met redelijk wat hoogtemeters. Speciale uitrusting is niet nodig, maar draag wel schoenen met een goed profiel!

    EEA = Expert Excursion with Equipment. Technische ervaring en materiaal zijn vereist! Deze bergpaden zijn voorzien van touwen, kabels, bruggen en ladders en worden ook wel via ferrata’s genoemd. 

    Verder zijn het aantal hoogtemeters en de duurtijd ook steeds weergegeven. 

    2.3 Gran Paradiso Nationaal Park: het terrein van de steenbok

    Het Gran Paradiso park is de eerste trots der nationale parken van Italië en tevens ook het oudste nationale park van de Alpen (intussen 100 jaar oud). De ene helft van het park ligt in Valle d’Aosta, samen met de hoogste piek die volledig in Italië ligt: de Gran Paradiso (4061 m). De zuidelijke helft ligt in Piëmonte, een ruwer en iets minder bekend deel. Het park kent enorm veel cols boven de 3000m en dat maakt het een interessant en geliefd terrein. 


    De markeringen van het park herken je aan de gele bol met een steenbok op afgebeeld. Naast de Edelweiss is ook de steenbok hét symbool van de Alpen, maar vooral dat van het Gran Paradiso Park. Dat je ze de dag van vandaag nog kan spotten, is te danken aan Vittorio Emanuele II, dé Italiaanse koning met een hart voor de bergen en haar fauna en flora. Het park was tijdens de 18e eeuw een koninklijk jachtdomein en er werd in die periode veel gejaagd op de steenbokken. Vittorio Emanuele II doneerde het park in 1920 aan de Italiaanse Staat en plaatste de 100-tal resterende steenbokken onder strikte bescherming om de populatie te redden. Hij sloeg in zijn opzet, want de steenbokken die je vandaag in de Alpen spot, komen eigenlijk allemaal uit het Gran Paradiso Park. Goed verhaal, niet?

    2.4 Grenzeloos trailnetwerk

    En met grenzeloos bedoel ik écht across borders, want enkele gekende langeafstandswandelingen doorkruisen hier de regio. Denk maar aan de Tour du Mont Blanc (TMB) (hier lees je meer over de Op Wandel-groepsreis rond de Mont Blanc), gevolgd door de Monte Rosa, Matterhorn en Grand Combin Tour. Ook de Via Francigena (trail sign 103) houdt halt in Valle d’Aosta, het is de oudste pelgrimsweg die van Canterbury naar Rome loopt.

    Daarnaast kent Valle d’Aosta ook haar eigen Alta Via’s. Laat je niet verwarren door de bekende Alta Via 1 die de Dolomieten doorkruist. Een Alta Via is niets meer dan een wandelpad dat boven de boomgrens of 2000m blijft, letterlijk vertaald: een ‘hoogweg’. Valle d’Aosta telt er twee:

    1. Alta Via 1 Tour des Géants/Via dei Giganti: deze route loopt van Donnas naar Courmayeur in 17 etappes op 2000 – 3000m hoogte en gidst je langs de voet van de hoogste bergtoppen van Europa: Monte Rosa, Mont Blanc, en Matterhorn. Voor de ultralopers onder jullie, er bestaat ook een ultra trailrun van! 
    1. Alta Via 2 of Via naturalistica: deze tocht loopt in de andere richting (van Courmayeur naar Donnas) én ligt aan de andere kant van de vallei in het Gran Paradiso en Mont Avic Park. Het leidt je al zigzaggend langs de mooiste Alpenflora- en fauna, wat deze route sterk typeert! 

    Deze tochten plan je het best tijdens de zomermaanden. Beiden zijn ze goed voorzien met hutten, bivaks, toevluchtsoorden of campings en bijna elke etappe daalt af naar de vallei. Dat maakt dat deze Alta Via’s toegankelijk zijn en je dus steeds kan terugvallen op de luxe in de dorpen of je de route kan stopzetten of onderbreken om eender welke reden. 

    En dan is er nog de Cammino Balteo! Geen kuitenbijters, maar wel chille wandelingen in het laaggebergte en de valleien. Het is een loop van 23 etappes die het Aostadal van haar mooiste kant laten zien, maar je vooral terug in de tijd katapulteert. Je leert de typische architectuur en lokale tradities kennen, je loopt door eeuwenoude dorpjes waar soms nog 1 of 2 families wonen, en je geniet als een boer in zijn wijngaard of als een koninklijke familie in hun Romeins kasteel. Hier vind je een overzicht van alle etappes

    2.5 Bivacco vs. rifugio

    Het gezellige aan hiken in hooggebergtes zijn de hutten. Het brengt mensen op een heel unieke manier samen. Er hangt een energie in de lucht die je met niets anders kan vergelijken en je echt een keertje moet gevoeld hebben. Ze maken je inspanning ook gewoon iets comfortabeler en veiliger. Ook Valle d’Aosta telt veel toevluchtsoorden. 

    Handig om te weten, is het verschil tussen een bivacco en een rifugio. Een bivacco is een bivakhut hoog in de bergen die vrij primitief is maar toch uitgerust met het hoogstnodige zoals enkele slaapplekken met of zonder matras en deken. Check dus op voorhand de faciliteiten en breng al dan niet slaapmateriaal mee. Ze zijn onbemand en dus steeds open. Hier vind je een overzicht van alle bivacchi

    Een rifugio is bemand en dus enkel open tijdens het seizoen. Check steeds op voorhand of ze wel of niet open zijn en bel even of ze nog plaats hebben. Verder geniet je hier van meer slaapcomfort en lekker eten! Ook een ideale lunchplek tijdens een dagtocht. Hier vind je een overzicht van alle rifugi

    Wandeltips:

    3. Meer dan wandelen alleen

    Je hoeft de dag niet steeds te eindigen met verkrampte kuiten, right? Plan een rustdag in, sluit je trektocht ontspannen af of ga gewoon voor een gevarieerde reis. Deze 6 zijn alleszins een must-do:

    3.1 Mini citytrip in Aosta, het Rome van de Alpen

    Een kleine citytrip die de buitenmens kan bekoren: Aosta! De bergtoppen schieten hier boven de pastel gekleurde façades uit en dat is exact de reden waarom. De stad deed me ook een beetje denken aan Chamonix, die een goede 50 km verderop ligt aan de Franse kant van het Mont Blanc massief. Een tweede goede reden.

    Aosta ligt in het hartje van de Alpenvallei en is een bezoekje meer dan waard. Het heeft een mooi historisch centrum en telt nog veel Romeinse restanten. Zo zijn de Valdostanen het meest trots op de oude stadspoort, de Porta Pretoria, die al stand houdt sinds 25 v. Chr. Of het klooster van Sant’Orso, Collegiata di Sant’Orso, dat goed weggestoken zit maar je wel al een glimp van kan opvangen vanop het pleintje. Het is een beeld voor een postkaartje: de architectuur van toen in combinatie met de toppen op de achtergrond zijn heel magisch.

    • Lunchtip: La Vineria, een wijnbar met enkele tafeltjes en een kleine menu. Neem het charcuterieplankje en proef zo de specialiteiten van de vallei. 
    • Overnachten met luxe: V&V RentRoom Design, een modern gerenoveerd berghuis met slechts 4 kamers. De kamer met uitzicht op de bergen is just heaven. Het ligt een kwartiertje met de auto van het centrum van Aosta.

    3.2 E-mountainbiken in de Cognevallei

    Fietsen was nog nooit zo plezant: in de bergen én zonder verzuring in de beentjes, want we gingen voor een e-mountainbike. De regio is voorzien van heel veel mountainbiketracks.

    Als je niet veel tijd hebt maar wel sportief wil zijn, dan is dit een leuke manier om de regio op korte tijd te ontdekken. 

    Onze tocht vertrok vanuit Cogne, een klein dorpje met een prachtig zicht op de Cognevallei en het Gran Paradiso park. Het dorp vormt de toegangspoort tot het nationaal park en trekt in de winter ook veel skiërs aan die al langlaufend het dal doorkruisen. Onderweg steken we kabbelende riviertjes over, trotseren we gravelpaden en stoppen we voor een bevoorrading bij Azienda Agricola Costa del Pino, een kleine boerderij met een winkeltje! Je kan ter plaatse ook hun producten proeven. 

    • Bike rent: je kan op veel plaatsen mountainbikes huren. Wij huurden ze hier.
    • Lunchtip: Hotel Notre Maison
    • Mountain wellness: het wellness hotel La Madonnina met uitzicht op het Gran Paradiso park is echt een aanrader!
    • Overnachten: Hotel du Grand Paradiso, een boutique hotelletje met een heel leuk en cosy interieur.

    3.3 Naar de 7e hemel met de Skyway Monte Bianco

    De bergen en haar moodswings: you never know what you gonna get. 

    Je mag het weerbericht nog zo bestudeerd hebben, de donderwolken zijn altijd dichterbij dan je denkt. Of… ze zijn zo hard voorspeld en dagen uiteindelijk toch niet op. She’s so surprising yet so predictable (ja de bergen zijn vrouwelijk, hihi!). Maar die dag dat we de lift naar de 7e hemel zouden nemen, was er eentje van alle tinten grijs en regen. Een waarvan je weet dat het voor de rest van de dag zo zal zijn. Maar hey, we hadden wel nog steeds dat golden ticket in handen. So, the only way is up!

    In Courmayeur gaan we van grond met de Skyway Monte Bianco, een zotte kabellift die je zomaar even 2000 m hogerop brengt en het mogelijk maakt om nieuwe horizonten te verkennen. Druk of niet druk, iedereen kan genieten van de views want de cabines draaien rond, te cool!

    De kabelbaan houdt halt in de Pavillon (2173 m), reist dan verder naar Punta Helbronner (3466 m) en brengt je bij goede weersomstandigheden zelfs tot Aiguille du Midi (3842 m). De hele weg naar boven was een ervaring en dat kwam niet door de vergezichten, want die hadden we amper haha, maar wel door de sterke storytelling. De tussenstations zijn zodanig ingericht dat, ook al zit het weer tegen, je toch de bergen wordt ingezogen en het leuk vertoeven is. Zo heb je de Infinity Mont Blanc Room in de Pavillon, een kleine ruimte die volledig in spiegelglas is bekleed. Gedurende 10 minuten krijg je prachtige beelden te zien van ijsgrotten, de toppen van het Mont Blanc massief, de fauna en flora. 

    Er is zelfs een cinemazaal waar uitsluitend mountain movies worden afgespeeld, en ook de hoogste boekenwinkel van Europa vind je daar met de mooiste bergverhalen, geïllustreerde boeken en kaarten. 

    “I was suffering from dizziness: I thought it depended on the fact that I was born on the sea. Then I realized that it was the prelude of love for the high ground. Up there lives a dizziness that touches you deeply and changes you. How I love these places.” 

    Marco Missiroli

    Wanneer je de deur naar buiten opentrekt, voel je je klein. De grootsheid van de natuur komt zo hard binnen dat het je nietig maakt en je er emotioneel van wordt. Hier een traantje wegpinken, is helemaal op zijn plaats. Het enorme hoogteverschil op korte tijd maakt je een beetje duizelig en brengt je in een soort van zone die dit desolate gevoel alleen maar versterkt. 

    Oog in oog stonden we niet met de Mont Blanc en de machtige 360° view zal ook voor een andere keer zijn, maar net op het moment dat we ons terug richting de vallei zouden begeven, werden we getrakteerd door de zon. Daar was ie dan… de Punta Helbronner of de tand van de reus. De wolken voegden extra drama toe en dat maakte het een adembenemend tafereel. Fotootjes maken met mijn ogen.   

    Tips voor je bezoek:

    • Plan je bezoek: een ticket is zeker en vast niet goedkoop. Maar boek je het op voorhand, dan spaar je toch enkele centjes en eventuele wachttijd uit. Online betaal je €56 en aan het loket €61. We gingen op een vrijdag in juni en het was allesbehalve druk. Mogelijks ook door de weersomstandigheden. 
    • Schedule: hou rekening met de tijden van de liften. 
    • Try-out: Proef een glaasje Cave Mont Blanc, ook wel ‘glacier bubbles’ genoemd. De druiven groeien in de hoogste wijngaarden van Europa (tot 1200 m hoog). De temperatuur, druk en hoogte maken deze spumante zo uniek. 

    3.4 Op kastelenjacht

    In Valle d’Aosta ontkom je er niet aan, meer dan honderd kastelen en burchten domineren hier de vallei. Sommigen zijn echt zoals uit de sprookjes, bijvoorbeeld Castello di Aymavilles. Vol zelfzekerheid reist het kasteel op uit het glooiend landschap met wijnranken. We bezochten het kasteel toevallig tijdens het bloemenfestival, Marché aux Fleurs, wat een extra dimensie gaf. Het kasteel kwam terug tot leven zoals het in de 16e eeuw bewoond was. Er liepen heel wat figuren rond in de klederdracht van toen. Beneden aan de toegangspoort stonden er heel wat kraampjes met bloemen en tuindecoratie. Echt een heel leuk sfeertje maar dus wel maar 1 keer per jaar (in juni) op die manier. 

    3.5 Nieuwe ontdekkingen uit de Italiaanse keuken

    Geniet vooral ook van de Valdostaanse keuken. Hier zijn het geen overpriced en overrated pizza’s en pasta’s. Wel polenta, kazen, soepen, kastanjes en paddenstoelen. Stevige kost met producten uit de bergen die je lang kan bewaren. Zelf heb ik al heel veel van Italië mogen ontdekken en toch leerde ik weer enkele nieuwe producten en gerechten kennen.

    Checklist: dit moet je geproefd hebben

    • Fontinakaas: hier kan je niet omheen, deze halfzachte kaas is de Valdostanen hun lievelingsproduct en je vindt het in zo goed als elk gerecht. Fondue met Fontinakaas is de bekendste! 
    • Lardo en boudin met rode biet als antipasti: lardo is een sterk gekruid stuk vet dat ze in flinterdunne plakjes serveren. Er zit ontzettend veel smaak in en smelt zo weg op je tong. De boudins zijn hier ook echt een ding. Het is vrij natte worst op smaak gebracht met rode biet en wijn.
    • Plin ravioli: is een ieniemini ravioli. Plin betekent knijpen, en dat is exact de techniek waarmee ze worden gemaakt. In deze regio zijn ze vaak gevuld met, hoe kan het ook, fontinakaas. 
    • Crespelle: een beetje zoals hespenrolletjes in de oven maar dan zonder witloof. Het is een gegratineerde pannenkoek gevuld met hesp en fontinakaas. 
    • Zuppa Valpellinentze: een serieus stevige soep met boordkruim, kool en, hoe kan het ook, Fontinakaas.

    Deze reis werd mogelijk gemaakt door TMC en Valle d’Aosta Tourism. Wens je nog meer info over deze regio, dan is de website van de lokale toeristische dienst de meest complete. Hier vind je alle adresjes in een lijst op Google Maps 

    Doe de bergen de groetjes van ons!

    Geef een reactie

    Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *